Iedereen groeit van een compliment

Afgelopen vrijdag gaf ik ‘coaching on the job’ aan pedagogisch medewerkers van een kinderopvang. Ze zijn in januari enthousiast met het Deugdenvriendjes® programma gestart. Het benoemen van deugden is nieuw en nog best lastig, vertellen ze eerlijk. “Ik heb het nog niet in m’n systeem,” zegt een van de leidsters. “Dat komt wel,” stel ik haar gerust. “Gewoon zoveel mogelijk doen en uitproberen.”
Deugden benoemen
Met de peuters gaan we koekjes bakken. Stap voor stap, volgens het recept. De kinderen van de BSO maken een knikkerbaan. Ik benoem bij de kinderen (en bij de leidsters!) deugden die ik opmerk. Daarbij gebruik ik het woord geduld steeds nadrukkelijk, in combinatie met woorden die met geduld te maken hebben, zoals ‘wachten’, ‘rustig aan doen’, ‘kalm blijven’, ‘stap voor stap’, ‘eerst …, dan …’, ‘ om de beurt’, ‘nog eens proberen’, enzovoort. Geduld heeft heel veel kanten, en we hebben de deugd heel vaak nodig!
Deugden stimuleren
Soms stimuleer ik een deugd: “Loop je vast met je knikkerbaan? Wil het ineens niet meer. Dat is naar… Hmmm… wat kun je doen? (ik kijk om me heen)… Zou je een van de andere kinderen om hulp kunnen vragen? Dat meisje wil vast wel even behulpzaam zijn.” (behulpzaamheid is de deugd die de komende maand centraal staat)
Veel manieren en kansen
En zo komen we verder. Ik benoem behalve geduld ook andere deugden die ik hoor of zie, zoals enthousiasme, vriendelijkheid, tevredenheid en zelfvertrouwen. Steeds licht ik toe hoe ik een deugd hoor of zie, zodat de betekenis van de deugd begrepen wordt en het ‘deugdencompliment’ ook echt aankomt. Ik zie die middag kinderen en volwassenen stralen. De deugden komen tot leven. Iedereen voelt zich gewaardeerd en gezien. “Het helpt enorm om jou deugdentaal te horen praten,” waarderen de leidsters mij na afloop. “Er zijn inderdaad heel veel manieren en kansen om deugden te benoemen. Daar gaan we meer op letten.” Een andere leidster zegt: “Nu ik gezien heb dat de kinderen er zo positief op reageren, durf ik het zelf ook meer.”
Hun waardering voor mijn hulp doet mij enorm deugt. Ik merk dat, zoals zo mooi op de deugdenkaart staat, ‘onze vertrouwdheid met elkaar groeit’.
Reflectievragen:
- Hoe lukt het jou om deugden bij anderen te benoemen?
- Voelt het soms ongemakkelijk, overdreven of vreemd (stom…) om deugdentaal te spreken? Wat kan je helpen om je over je schroom heen te zetten? Om het toch te ‘durven’ en te doen? Hoe kun je het formuleren, zodat het toch bij je past en lekker ‘bekt’?
- Het mooiste is het als je een deugd direct kunt benoemen, maar vaak kan het ook achteraf. Bijvoorbeeld: “Ik zag vanmiddag hoe je dat jongetje geduldig hielp met zijn knikkerbaan. Dat was ook vriendelijk van je, zoals je daar de tijd voor nam. Zag je hoe blij hij was, dat hij weer verder kon?”
- Welke deugd kun jij alsnog bij iemand benoemen? Wat kun je zeggen in deugdentaal?
- Waarom is het belangrijk om waardering te geven en te (kunnen) ontvangen?
- Bij wie wil je deze week sowieso een deugd benoemen?
- Welke zin om de deugdenkaart inspireert jou?
Handige hulpkaart
De middag in de kinderopvang was voor mij ook inspirerend en behulpzaam. Ik bedacht een ‘Leer Deugdentaal Hulpkaart’. Deze is verkrijgbaar in de webshop: bestel de deugdentaal hulpkaart